Het project
Aannemersbedrijf A. De Reus kreeg van Shell Pernis de vraag om zand- en betongranulaat van Schiedam en Vlaardingen naar Pernis te verplaatsen. Het project zou twee weken duren. In eerste instantie was het bedrijf van plan om tien vrachtwagens in te zetten die heen en weer zouden pendelen (rijdend over de A20, A4, en A15). Men zou om 6:00 ‘s ochtends starten vanaf Schiedam en Vlaardingen en rond 16:30 eindigen in Vlaardingen. Gemiddeld zouden de vrachtwagens hierdoor een keer in de ochtend- en een keer in de middagspits rijden, wat neerkomt op 20 spitsritten in totaal. Besloten werd om gebruik te maken van een binnenvaartschip waardoor er geen vervoer over de weg tijdens de spits plaatsvond. Bij spitsmijdingen denken we vaak aan heel grote projecten. Dit project laat zien dat het ook loont om voor twee weken naar alternatief vervoer te kijken.
Het gesprek
Toen De Verkeersonderneming hen benaderde voor een gesprek over spitsmijding, was operationeel directeur Jaco Van Beek eerst sceptisch. Het leek hem in zijn keten niet mogelijk om de spits te mijden. Men werkt van 7:00 tot 16:00, daar kun je niets aan veranderen dacht hij. Gaandeweg het gesprek bleek er echter meer mogelijk dan verwacht.
“Het geval was dat we net bezig waren met een project waarbij we vervoer per schip overwogen. Het gesprek en de co-financiering vanuit De Verkeersonderneming waren net het zetje in de rug om de knoop door te hakkenen en een binnenvaart schip in te zetten.” Omdat het een groot transport betrof, kwam dit project erg goed uit voor hen. Daarbij lag de locatie ook nog eens langs een kade. Dat is lang niet altijd het geval, alhoewel er volgens Van Beek dan beslist ook mogelijkheden zijn.
Het project zelf verliep vlekkeloos. “We kregen contacten met de binnenvaart via toeleverancier Boskalis Environmental en onze buren Beelen bv, dus het ging heel rap om een binnenvaartschip te vinden.” Verder meent Van Beek: “Iedereen moet zijn steentje bijdragen om spitsmijdingen te realiseren! Niet alleen logistieke bedrijven, waarbij de grootste winst te halen is, maar ook alle andere bedrijven kunnen hun bijdrage leveren.”
“Iedereen moet zijn steentje bijdragen om spitsmijdingen te realiseren!”
Spitsmijdingen zijn beter voor de economie maar zeker ook de veiligheid. “Wij houden ons zowel met veiligheid als met het milieu bezig, maar de veiligheid en gezondheid van mijn medewerkers gaan altijd voor.” Hij ziet dat opdrachtgevers zoals Shell hier ook belang aan hechten. “Shell juicht het dit zeker toe.”
Van Beek geeft aan dat ze zelf niet vaak van zulke grote transporten hebben. Maar voor bulktransport ziet hij zeker voordelen. Het is goed te organiseren over water en per saldo ook voordeliger. Verder geeft hij aan: “Als we bijvoorbeeld achter op de 2e Maasvlakte werken, dan willen we graag dat onze mensen vier langere dagen werken waardoor ze bijvoorbeeld 1 dagdeel vrij krijgen. Ook een manier om spitsmijdingen te realiseren.” Een andere optie volgens Van Beek is om vrachtwagens en zuigwagens op locatie te laten staan. Het vergt wat organisatie, maar ze willen zeker de mogelijkheden verkennen.
“Wat ik aan andere bedrijven die ook de binnenvaart overwegen wil meegeven, is dat de locatie en de voorzieningen natuurlijk goed moeten zijn, maar binnen Rotterdam is er eigenlijk altijd wel iets mogelijk. Desnoods vraag je je buurman of je over zijn terrein heen mag. Je hoeft in ieder geval niet de weg op.”
Samenwerking met De Verkeersonderneming
De samenwerking met De Verkeersonderneming vond Van Beek erg positief. “Alles is snel opgepakt en de co-financiering hebben we netjes ontvangen. Waar we eerst sceptisch waren over spitsmijdingen, zijn we nu toch op ideeën gebracht.”
Trots
Van Beek is blij met hoe ze dit project hebben gerealiseerd. “Op een dergelijk project lopen zo’n zeshonderd mensen rond en er kan van alles gebeuren. Het is dus van belang om dit zo veilig mogelijk uit te voeren. Als je dat kunt tackelen door middel van gebruik van de binnenvaart, dan ben ik daar erg trots op. Bovendien kunnen we ons hierdoor meer concentreren op de kwaliteit van ons eigen werk.”